Vanuit Cuzco met de nachtbus naar Puno, daarna de grens over. Onze eerste stop in Bolivia was Copacabana. Voor we de boot op gingen naar het Eiland van de Zon, aten we een heerlijk verse forel van de grill (1,50 euro). Met goed gevulde maag op de gemeenschapsboot naar ´t eiland. Waar de dingen heel anders zouden lopen dan verwacht....
We sliepen in het dorp in het noorden, waar Tom zijn petekindje Gaby woont. Er was een groot feest gaande met keiharde Cumbia-muziek. Na de twee uur slaap in de bus, werd het me allemaal een beetje veel. Uitrusten op bed was nodig. Een uurtje later kwamen Sjoerd en Tom met M&M´s langs. En heb ik nog met ballonnen en de zaklamp gespeeld met superlieve Miguel (Gaby´s kleine broertje).
Geen Evo op de heilige berg
De volgende morgen gingen we met alle muzikanten en dansers van het dorp naar het midden van het eiland. Daar zou president Evo Morales komen op een promotiecampagne om het Titikakameer uit te roepen tot een van de natuurlijke wereldwonders. Kleurige vrouwen en mannen zaten in groepjes op de grond. Evo kwam uiteindelijk niet opdagen. Er zijn problemen met de rijke mensen uit het oosten die deze ´president van het volk´ liever zien gaan. Evo heeft nu gezegd: ik schrijf een referendum uit, als 54% van de mensen tegen me stemt, dan stap ik per direct op (met datzelfde percentage heeft hij eerder de verkiezingen gewonnen). Prioriteiten lagen dus even anders. Er kwamen uiteindelijk wel wat ministers per boot, maar toen ze bij de steiger zagen dat ze moesten klimmen, draaiden ze weer om.
Cuy (cavia) met gevriesdroogde aardappelen
Een vrouw van het eiland kwam naar ons toe om ons uit te nodigen met haar mee te eten. Ze had heel lekker gekookt zei ze. En toen moesten we er dus aan geloven: cavia. Als je dat in Peru eet, drink je er standaard een glaasje anijsdrank bij, want zo´n beestje valt snel verkeerd op je maag. Maar deze Aymaravrouw had het heel lekker klaargemaakt met kruiden en aardappelen en tunto (aardappelen die ze buiten laten vriesdrogen in de winter). Die cavia smaakte best ok. Niet dat ik er vrijwillig een zou bestellen, maar als je er eentje angeboden krijgt van de lokale bevolking kun je het gewoon niet weigeren. Sowieso hebben alle beesten het hier zoveel beter dan in onze vleesfabrieken.
Woelige wateren
Na een wandeling, namen we de boot terug naar Copacabana. Het begon rustig en de boot was comfortabel met aan beide zijden een lange bank. Vanuit Peru kwam al snel een donkerblauwe - haast zwarte- lucht dichterbij. Niet veel later werden de golven hoger en zwiepte de boot gevaarlijk heen en weer. Tom verzekerde me dat dit nog niks was met de boottochten over het Titikakameer die hij al meegemaakt had. Maar al gauw vulde de boot zich met angst. Een vrouw huilde, een jongetje kneep zijn ogen stijf dicht, een Amerikaanse vrouw naast me telde de zwenvesten en liet mij even weten dat er niet genoeg waren. En bedankt! Ik was ook bang. Naar de kant zwemmen zou ons wel lukken, maar de rest had waarschijnlijk geen zwemdiploma. Omdat we nog een lang stuk dwars op de golven zouden moeten, besloot de kapitein om bij een eerder dorp het riet in te varen. Ik was zó opgelucht dat we bijna veilig waren. Maar helaas, de boot zat op de verkeerde plek in het riet, we zouden nooit de kant kunnen bereiken. De hulp van Sjoerd en Tom werd in geroepen om het anker steeds een stuk weg te gooien en de boot dan uit het riet te trekken. Even later konden we op een betere plek van de boot af klimmen op een grote steen. Wat een helse trip, ik moest nog uren bijkomen.
Een week in een dag
Volgens Tom is het kenmerkend voor het leven in Bolivia: dagen dat er zoveel bij elkaar komt, dat het een dag wordt die je nooit van je leven meer vergeet. Zo´n dag was gisteren dus. Nu doen we even rustig aan en zijn met de taxi naar La Paz gegaan. Hier logeren we bij Brisa en haar familie. In een luxe villa met grote ramen. Zo´n woonkamer als in New Yorkse tv-series, maar dan met uitzicht op de prachtige bergen en de miljoenenstad La Paz.
Hoe is het bij jullie?