Mijn vorige bericht was vanuit Salta, een plaats in het
noorden van Argentinie, dat ik na 1 nachtje heb ingeruild
voor een touristisch dorpje midden in de woestijn: Cafayate. Samen met Stephanie
hebben we een mountainbike gehuurd en zijn met een lokale bus 50km verderop
afgezet bij de Gargante del Diablo: een van de bizarre rotsformaties in een
adembedemend mooie vallei. Natuurlijk was mijn band lek, die na 4 keer oppompen
echt het loodje had gelegd. Gelukkig waren we toen al in het dorp teruggekomen, waar een ijsje
met rode wijn smaak verdiend was.
De overige 3 dagen werden besteed aan relaxen en wijngaarden
bezoeken. Hoewel het relaxen één avond ruw werd verstoord. Ontwaakt uit een
diepe slaap stormde er een kerel onze dorm in, al schreeuwend en slaand. Ik
dacht dat we werden beroofd door een lokale gek. Maar uiteindelijk bleek het
een hysterische Fransoos te zijn die iets te veel gedronken had. Na een half
uur van lawaai en hectiek, werd er verder geslapen. De volgende ochtend bleek
het hele hostel zich kapot geschrokken te hebben en zelfs pistoolschoten
gehoord te hebben. Het is nog steeds niet duidelijk wat er precies was gebeurd.
Via Salta, waar de laatste vette Argentijnse steak en rode
wijnen zijn genuttigd, hebben we de bus gepakt over de Andes naar mijn "home
country" Chili. De reis zou ons over 5.000m brengen, wat te voelen was. Te
verwachten symptomen als duizeligheid, hoofdpijn en laveloosheid werden me niet
bespaard. Maar ik hield het gelukkig goed, met de hulp van het lokale wondermiddel
coca thee. Na een 12 uur durende reis over bergpassen, langs lamas en vicunas
en door hooggelegen woestijn en zoutvlaktes, kwamen we aan in een klein dorpje
in de droogste woestijn ter wereld: San Pedro de Atacama. De toerist - local
ratio werd geschat op 50 : 1, hetgeen niet verwonderlijk is. Voor
zichzelfsprekende gebieden nabij het dorpje als de “woestijn des doods” of de
“vallei van de maan” trekken hordes toeristen aan, nog afgezien van de grote
zoutmeren, vulkanen en geisers die in caravanen van touristen busjes worden bezocht.
De volgende ochtend moest ik toch accepteren om mezelf in
een busje met vadsige touristen te drukken, iets wat ik tot
dan toe nog heb kunnen mijden. Om 4.00 vertrokken we naar de geisers, waar we
tegen zonsopgang een super gave view hadden over dampende modderpoelen. En met
een temperatuur van ver onder de 0, was de warme chocomelk opgewarmd in een van de
geisers een aangename verrassing. In de middag heb ik met een Zuid Afrikaan een
mountainbike gehuurd, om richting de Valle de Luna te fietsen. Wederom genieten
geblazen dwars door de woestijn, bizarre rotsformaties en bewapend met wat
hoofdlampen. We zouden daar immers de zonsondergang zien, wederom een
schouwspel van vele kleuren en vergezichten, om in het donker weer terug te
keren.
Op donderdag stond er een hoogtepunt op de agenda: een
3daagse jeeptour door de Andes en over hoogvlaktes in Bolivia. Het begon al
goed in de ochtend, aangezien de welriekende scheet wat stof deed opblazen in
de bus. De toon was gezet en de sfeer meteen top. Ik deelde de jeep met 2 jongens
uit Utrecht, 2 britse meisjes uit Sheffield en Stephanie. De afslag naar
Bolivia was al meteen in contrast met de gladde asfalt weg richting Argentinie. Het
was direct stof happen en hobbelen.
De eerste dag reden we langs een chemisch blauw bergmeertje
op meer dan 4.000m. Iets met kristallen en micro-organismen, waardoor de kleur
in bizar contrast stond met de rode, witgetopte bergen en vulkanen. Na een duikje in een
“thermal bath” en nog meer schoonheden van Moedernatuur, kwamen we aan bij een
dieprood meer, gesierd met een kolonie flamingos. Hier was het hostel, waar we
de nachtkou van minus 20 graden en geen centrale verwarming moesten overleven.
Uiteindelijk viel het mee en hielden de slappe grappen ons warm genoeg.
De tweede dag reden we verder langs adembenemende
landschappen. Ik merk dat ik in clichés val, maar adembenemend is ditmaal te
verantwoorden. We zaten constant op meer dan 4.000 meter. Dus elke
actie die uitgevoerd werd (“jumping pictures”, klimmetjes op rotsen of een
slappe lach) bezorgde ons een astmatische aanval van een zwangere zeug. Onderweg
werden we in de bergdorpjes opgewacht door hele hordes kinderen, die deze lange
gringo met zijn rare Spaanse accent maar al te interessant vonden. Ze wilden
allemaal de foto´s op mijn digitale camera zien, iets wat ze wel heel bijzonder
vonden. Ik werd op een gegeven moment overrompeld en ondergekwijld door 20
koters. Deze nare bijsmaak werd weggespoeld met een lading coca bladeren in de
wang: lekker cultuur proeven! De chauffeur probeerde me uit te leggen hoe ik
het kon verwerken tot cocaine, maar daarvoor moet ik wat meer Boliviaanse LOI
cursussen voor gevorderen gaan volgen…
We eindigden de dag op ons hoofddoel: het grootste zoutmeer
in de wereld: Salar de Uyuni. Ter grootte van Belgie en met plekken waar het
zout 120m diep is, is dit een wereldwonder der natuur te noemen. Zover de
horizon strekt louter een vlakke, witte zoutlaag. De avond werd beklonken met
wat pils en bacootjes, onder het genot van sterke verhalen en meer idioterie.
De derde dag werd de jeep versierd met oranje slingers (dank
Xoun, ik heb het eindelijk kunnen gebruiken!). De Hollanders domineerden de
jeep (soms tot vermoeidheid van de dames), maar de slingers waren vooral om
onze “everlasting grumpy” chauffeur goed te stemmen. Het was immers zijn verjaardag.
De zoutvlakte is gedurende de ochtend verkend, alwaar te gekke foto´s zijn
genomen. Zojuist ben ik “echt” in Bolivia aangekomen, in het plaatsje Uyuni. De
armoede schreeuwde ons tegemoet bij binnenkomst, wat een positieve keerzijde
heeft: het is inderdaad écht dirt cheap.
Ik heb afscheid genomen van Stephanie na 2,5 week samen
reizen. Ik zal morgen verder reizen met de 2 jongens uit Utrecht voor
gekkigheid in Potosí, de hoogste stad ter wereld. Afhankelijk van de politieke
ontwikkelingen, reis ik verder naar wellicht Sucre en Santa Cruz. Doordat
Morales, de president van het land en man van het volk (lees indianen), grote
ondernemingen aan het nationaliseren is, komt de steenrijke provincie van Santa
Cruz in opstand (onder leiding van miljardairs uit Rusland en Canada). De onderlinge spanningen stijgen volgens de kranten, maar daar is
niks van te merken op straat. Alle touristen reizen er nog lustig op los en we
houden elkaar geinformeerd over wat mogelijk is of niet. Mooi wereldje, mooie
dingen!
PS: Sarvi en Han, ik zal voor jullie de Death Road afmaken.
In welke bocht moet ik een foto maken van jullie memorabele moment?