Neerlands trots verzorgt 4 keer per week een busreis naar Paramaribo vanuit Amsterdam. Geheel in stijl vertrokken we anderhalf uur later dan gepland, maar de uitgelaten stemming onder mijn Surinaamse medereizigers werd er geenszins door getemperd. Uitzinnig van neurvositeit vanwege de aanstaande reunie met familieleden op Zanderij (het vliegveld bij Paramaribo) drong een grote gemeleerde meute zich naar de ingang van de slurf zodra de blauwbrave KLM stewardes het woord "boarden" in de mond had genomen. Bij de slurf aangekomen werd de menigte gepareerd door de strenge stem van een Westfriese tante in een zelfde blauwe pak, maar met de ballonkuiten van een Oost-Duitse kogelstootster. "Eerst de rijen 51 tot en met 72!" was de bitse boodschap en terwijl deze kaaskop zich behendig een weg zocht tussen de onrustige Hindoestanenen, Javanen en Creolen, was een korte blik van de blauwe glasbak op mijn ticket met stoel 52K genoeg om mij erdoor te laten, tegelijkerheid die ene brutale Surinamer op rij 18 tegenhoudend. Wat een multitaskende moordvrouw!
Amper anderhalf uur in de lucht sprak de purser op boze toon dat er was gerookt op de W.C. Terwijl de etende Surinamers verongelijkt om zich heen keken op zoek naar die ene verdacht ogende roker, sprak de purser schande van deze daad en bood zij gratis nicotinekaugom aan aan eenieder die dacht niet zonder vitamine N in Paramaribo aan te kunnen komen. Na een paar minuten daalde de opwinding en keerde iedereen terug naar waar het daarvoor mee bezig was: eten, kletsen, nog wat eten en dan met volle mond kletsen. Eenmaal op Zanderij werd de enorme omvang van het vliegtuig zichtbaar toen we als een Hamelense stoet over het platform richting bagageband liepen. De indrukwekkende omvang van de boeing werd voelbaar bij diezelfde bagageband toen bleek dat 1 Creool bezig was alle koffers op de band te gooien. Zijn even zwarte collega's stonden erbij en keken toe. Ze moeten tevreden zijn geweest over zijn arbeid want een extra hand was blijkbaar niet nodig. En zo geschiede het dat mijn koffer na een stief uurtje verscheen op de band.
De rit naar Paramaribo met Aukje, een lesbische Friese boerin, achter het stuur bracht een feest der herkenning aan Birma en Kameroen met haar identieke geuren en het snelle vallen van het avonddonker. Een terugkeer in de tropen die werd afgewisseld door het aanschouwen van Nederlandse verkeersborden en reclamebooschappen bracht zowel een rustgevend als een surrealisische gemoedstoestand. Tijdens de rit bleek dat de andere bewoner van het guesthouse ook een co-assistent was. Toeval sloeg hard toe toen bekend werd dat ook zij gelijktijdig met mij zou beginnen op de Eerste Hulp van het Academsich Ziekenhuis in Paramaribo.
Dit weekend is gevuld met het huren van een fiets, het inrichten van mijn steriele doch gehorige kamer, het luisteren naar de verhalen van Dr. van Ommeren , de ex-dierenarts/huisbaas, het zwemmen in het Olympisch zwembad, gebouwd voor de Oympische Spelen van 1892, die toen nipt werden verloren aan Montevideo, het proeven van Parbo bier, dat eigenlijk wel heel erg lekker is, het luisteren naar Surinamers en het proberen te ontwaren van neologismen waarmee ik ter zijner tijd dit blog kan opvrolijken, en het bezoeken van de Eerste Hulp voor een eerste kennismaking.
Deze kennismaking kwam er in de vorm van 3 wattenstaafjes. Aangezien ik geen bewijs heb dat ik geen drager ben van de gevreesde MRSA bacterie (waarbij de 'M' niet staat vor multi - zoals ik de media wordt beschreven, maar voor methicilline) moest ik bij mijzelf op vrijdag kweken afnemen: 3 staafjes voor 3 verschillende locaties. Een voor de keel, een voor neus en een voor het perineum, dat ik voor het gemak vergeten ben af te nemen.
Morgen is mijn eerste dag en dan zullen de eerste verhalen over echte en gefingeerde patienten hier verschijnen.